top of page
Search
  • Anne Wislez

De derde weg




“Op 23 januari vindt een grote Europese manifestatie plaats in Brussel”, hoorden we een aantal weken geleden, toen we nog in Frankrijk waren. "Tegen verplichte vaccinatie en het invoeren van een vaccinpas en voor vrijheid en het open debat." Hoe ver verwijderd we ook zijn en hoe stil of op onszelf we soms ook lijken, toch blijven de maatschappelijke bewegingen in België en Nederland ons bezighouden en zoeken we elke keer weer wat onze bijdrage kan zijn in dit ingewikkelde verhaal. “Niets toevoegen aan de strijd”, zegt onze innerlijke stem steeds, terwijl het ook logisch lijkt dat verschillende meningen gehoord willen worden en dan ook soms stevig met elkaar clashen. Ook wij stellen ons vragen en winden ons af en toe op over bepaalde zaken. Maar polarisatie is er voldoende, die rollen worden al opgenomen. Welk stuk in deze hele polemiek ligt nog braak?


Onze opdracht ligt eerder in het zoeken naar ‘een derde weg’. Is er iets wat de twee polariteiten die nu zo voelbaar zijn, integreert en overstijgt?

Onze opdracht ligt eerder in het zoeken naar ‘een derde weg’, voelen Ton en ik. Is er iets wat de twee polariteiten integreert en overstijgt? En vraagt dat niet eerst een beweging naar binnen, voor die weg zich kan exterioriseren? Hoe kunnen we in eerste instantie in onszelf helen wat we in de wereld hekelen? Hoe kunnen we onze schaduwkanten onder ogen zien, zodat we in ons eigen dagelijks leven kunnen belichamen waar we voor staan? Hoe kunnen we tegenstellingen en verschillen verbinden? Het zijn vragen die ons al lang – en nu zeker – bezighouden.


Er zijn veel aspecten aan de manifestatie in Brussel waar we het uitgebreid over zouden kunnen hebben. Maar een van de dingen die mijn aandacht trekken en waar ik nauwelijks iets over gehoord heb, is het Europese kader waarin het geplaatst wordt. Na de manifestatie blijken ook gebouwen en symbolen van de Europese Unie vernietigd te zijn geweest door een groep amokmakers – die naar mijn gevoel weinig te maken hebben met de intentie van 99% van de manifestanten. Maar ook bij de vreedzamen onder ons ligt Europa lang niet altijd in de bovenste schuif. Met reden, wellicht. En toch zou ik het ontzettend jammer vinden als we bij het hekelen ervan het kind met het badwater zouden weggooien.


Ik weet dat het totaal boring klinkt, en toch: ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot het idee van een Verenigd Europa.

Ik ben een van de weinige mensen (toch die ik ken) die zich altijd aangetrokken heeft gevoeld tot het idee van een ‘verenigd Europa’. Ik weet dat het totaal boring klinkt, en toch: het idee dat verschillende naties ondanks hun verschillen, in taal, cultuur, godsdienst, gevoeligheden… toch besluiten om de handen in elkaar te slaan om vrede te bestendigen, raakt me. Toen ik in 1988 als Engels-Italiaanse vertaler afstudeerde, wilde ik in Siena gaan studeren en droomde ik ervan daarna te gaan tolken in de Europese Gemeenschap. Mijn afstudeerthesis ging (gedeeltelijk) ook over de Europese televisie waar in die tijd luidop van gedroomd werd. MTV Europe leefde toen op en de idee dat jongeren zouden kunnen bouwen aan een gemeenschappelijk cultureel medium boeide me mateloos. Het prille idee van wereldburgerschap broeide toen al in me.


Dat verlangen naar een gemeenschappelijke televisie is de jaren daarna volledig verdwenen, zowel in mezelf als in Europa, en behalve de vele reizen die ik maakte, verdween het Europees gedachtegoed as such in mijn leven op de achtergrond. Net voor de laatste Europese verkiezingen in 2019 waagde ik het er nog op een artikel te publiceren in Psychologies magazine, zoekende naar datgene wat ons Europeanen verbindt – maar ik verdenk weinigen ervan het te hebben gelezen. ;-)

Nochtans was het een boeiende zoektocht, die me leerde dat de Europese identiteit niet bestaat, maar wel de Europese identiteitsbeleving. En dat er overal in Europa nieuwe burgers opstaan die zich niet opsluiten in hun eigen kleine gelijk, maar die – los van de traditionele links-rechts-opdeling – de ander opzoeken op basis van een gemeenschappelijk gevoel; namelijk dat van uit de boot vallen in een veeleisende samenleving. Daardoor gaan ze op zoek naar een soort menselijkheid, iets waarin ze elkaar kunnen ontmoeten, in al hun verschil. Eenheid in verscheidenheid, het blijft de basis van waaruit de Europese Gemeenschap ooit ontstond, én de toekomstvisie die mij boeit.


Eenheid in verscheidenheid, het blijft een toekomstvisie die mij boeit.

Ooit kocht ik het boek The European Dream van de Amerikaanse denker Jeremy Riffin (2004). Hierin zet hij de Europese droom tegenover de Amerikaanse, en vertelt hij hoe de laatste plaats aan het ruimen is voor de eerste. Beide culturen dragen de principes van de Franse revolutie (Liberté, Egalité, Fraternité) hoog in het vaandel, maar ze geven er een heel andere invulling aan. Voor de Amerikanen houdt vrijheid en gelijkheid bijvoorbeeld in dat iedereen dezelfde kansen krijgt om van pindaboer president te worden, als hij maar hard genoeg werkt; voor de Europeanen betekenen deze begrippen eerder dat we solidair moeten zijn met elkaar en gelijke sociale kansen zoals ziekenzorg moeten krijgen. Waar Amerikanen opkomen voor hun veiligheid door hun militaire macht uit te bouwen en op andermans grondgebied de eigen waarden te gaan verdedigen, zullen Europeanen eerder inzetten op vrede. De European Dream plaatst community en relaties boven individuele autonomie, culturele verscheidenheid boven culturele assimilatie, levenskwaliteit boven een onbegrensde materiële groei, universele rechten van de mens en van de natuur boven eigendomsrechten, globale samenwerking boven het unilateraal uitoefenen van macht… De Amerikaanse droom hecht eerder waarde aan masculiene waarden, zou je kunnen zeggen, en de Europese aan feminiene.


Omdat ik zelf al dertig jaar geboeid ben door de feminiene waarden als manier om de huidige samenleving meer in balans te brengen – en omdat ik zie hoe Europa daarom in het westen een gezonde tegenbalans voerde voor de Amerikaanse invloed – heb ik me altijd door die Europese droom aangesproken gevoeld.


Uiteraard is het 70 jaar geleden dat we ons vredesplan uitbouwden en inmiddels is er veel veranderd. Niet alleen bevat de Unie nu niet langer twaalf maar 27 lidstaten; ook feminiene waarden roepen hun schaduwkanten op, waardoor er na een benadrukking van humanitaire waarden en open grenzen een groeiende tendens ontstaat naar controle en nationalisme. Na een periode van openheid dreigt in crisis juist een grote geslotenheid, na vrijheid controledrang, na tolerantie onverdraagzaamheid, na eenheid verdeeldheid en versnippering. Na yin komt er altijd een tendens naar yang. En zoals het in deze versnelde tijden gaat: daarop dan weer een vurige tegenreactie van yin. Of zoals we nu meemaken, een gepolariseerd clashen van beide polen.

Om deze wellicht onvermijdelijke evolutie te kunnen dragen is een sterk lichaam nodig. En daarom is het volgens mij belangrijk dat we alles wat ons verbindt niet uit ongenoegen gaan ontmantelen, maar wel gaan herdenken, versterken en aanpassen aan wat de toekomst nodig heeft.


Om ons zieltogend project weer kracht en bezieling te geven, is een heel nieuwe verhaal nodig.

Om ons zieltogend project weer kracht en bezieling te geven is een heel nieuwe verhaal nodig. Want wat hebben we aan een eenzijdig financieel en economisch project, dat ook nog eens geleid wordt door bureaucraten en bepaald door lobbygroepen die de belangen van multinationals vooropstellen, terwijl we ons als gewone mens steeds verwarder en verloren gaan voelen? Hebben wij in dit alles nog iets te zeggen? Geen wonder dat gewone mensen zoals jij en ik weinig voeling hebben met wat zich ‘in Brussel’ afspeelt.

Ik herinner me dat ik ooit, inmiddels twintig jaar geleden, als vertegenwoordigster van een vrouwenblad, samen met honderden andere journalisten van vrouwenpublicaties, drie dagen uitgenodigd was in Genève op een groot congres, waar de EU na wilde gaan hoe ze meer aan bod zou kunnen komen in onze magazines. Ik herinner me de conclusie op het einde van dat congres nog heel goed, toen een moedige Italiaanse redactrice de gesprekken samenvatte en eerlijk zei: “Jullie boeien ons niet, het spijt ons. Wat jullie ons als persberichten toesturen heeft niets met ons dagelijks leven te maken. Als jullie ons niet kunnen aanspreken op wat onze lezers werkelijk bezighoudt, of als we jullie berichten niet meteen kunnen begrijpen, klasseren we ze meteen vertikaal, zo eenvoudig is het.” Als grote bedrijven zich beter vertegenwoordigd weten dan jij en ik, dan haken we af. We worden onverschillig, moedeloos, passief destructief. Of we worden kwaad en gaan slaan.


In plaats van destructief te zijn, kunnen we beter iets nieuws opbouwen. Samen timmeren aan iets wat ons happy maakt, in plaats van depressief.

Begrijpelijk, en toch. In plaats van destructief te zijn, kunnen we beter iets nieuws opbouwen. Of op z’n minst voorstellen en voeden. Op de tonen van ons Europees volkslied Alle Menschen Werden Brüder timmeren aan iets wat ons happy maakt, in plaats van kwaad en depressief. En samen een hoger gemeenschappelijk iets bedenken dat ons allen dient, hoe verschillend ook. Het principe indachtig van de twaalf ridders van de Ronde Tafel, die – volgens sommigen – onze Europese vlag symboliseert. Bezield door het oervrouwelijke, of de beschermheilige Maria – de in het blauw gehulde Vrouw met de Sterren – of een van haar actuelere vertegenwoordigsters, godinnen al tesamen.


En toen las ik dat verfrissende boekje van Raphaël Glucksmann, Europees volksvertegenwoordiger voor de Christen-Democraten. Intuïtief meegegrist aan de kassa van de Hypermarché ergens in de Franse Pyreneeën. Lettre à la génération qui va tout changer; een open brief aan de nieuwe generatie. Waarin hij zegt dat onze Europese leiders in feite depressief zijn. Zich machteloos en moedeloos zijn gaan voelen door de complexiteit der dingen. Alle vraagstukken die zich aandienen, zijn in hun ogen zodanig complex geworden dat ze zich liever overgeven aan moedeloosheid dan er iets aan te doen. In die berusting en gelatenheid zelfs een soort van eer vinden.

“Wat is dit nu?”, verontwaardigt de man zich bevlogen. Als complexiteit ons tegenhoudt om nog te bewegen, is het misschien dringend tijd om de zaken weer tot een simpele essentie te herleiden – de groep vrouwelijke journalisten in Genève zouden het destijds toejuichen. Zeg ons wat het probleem is en we zoeken wel een oplossing. Vraag een kind wat hij zou doen en hij weet het wel. Misschien zijn we in ons oud gecompliceerd denken zo vastgeroest dat we oprecht denken dat het niet meer anders kan. Misschien zijn we zodanig vastgelopen in onze eigen denkfuik dat iemand die er niet in zit ons eruit moet weten te halen.

“Wat maken jullie het jezelf toch zo moeilijk?”, sprak een jonge vrouw ooit een groepje vijftigers toe. “Doe gewoon wat je graag doet en schiet in actie!” De nieuwe generatie draagt het karma – de stagnatie, de zwaarte, de last – niet van de oudere generaties, daarom lijkt het me ontzettend belangrijk om vanuit hun denken te durven vertrekken, willen we niet met z’n allen in een dodelijke depressiviteit terechtkomen.


Eigenlijk is het een prachtig beeld om vorm te geven, in een kunstwerk, in een theaterstuk: het oude Europa heeft nog weinig zelfvertrouwen en treurt vooral om een verloren gegane glorie, om de cyclus als wereldmacht die ten einde loopt. Dat vraagt de nodige bescheidenheid, en heling van de wonden die geslagen zijn. Dat valt de oude leiders zwaar. Zo zwaar dat ze in plaats van zich te vernieuwen, eerder geneigd zijn zich over te geven aan de sterkste wereldleider. If you can’t beat them, join them. Vroeger was dat Amerika, binnenkort China… En haar controlerende en hypertechnologische ideaal. Hm. Denken ze in hun eigen apathie dat gewone mensen zoals jij en ik daar om gaan juichen? Wij die de mensenrechten op de kaart hebben gezet en opkomen voor de rechten van de natuur. Echt? They must be kidding.


Er zijn een aantal kenmerken die ons geknipt maken om een ander soort leiderschap op ons te nemen: een nieuw spiritueel leiderschap.

Misschien verlangen leiders zelf, bij gebrek aan ideeën, om het bijltje erbij neer te mogen leggen – dat snap ik nog. Maar wij – jonge en oudere European dreamers – zitten echt niet te wachten op een nekslag. Wat wij nodig hebben is dat dat hele project weer peper in de kont krijgt. Een nieuwe invulling krijgt. Iets wat jongeren aanspreekt. Een leidende visie en rol die gebaseerd is op onze typische Europese krachten. Want die hebben we. Politiek, militair en economisch zullen we dan misschien geen wereldleiders meer zijn de komende eeuw. Maar er zijn volgens mij een aantal kenmerken die ons geknipt maken om een ander soort leiderschap op ons te nemen: een nieuw spiritueel leiderschap.


Om kort te gaan: onze christelijke achtergrond (een religie die in de essentie broederschap en hartskwaliteiten vooropstelt), onze druïdische ondergrond die ons op een bezielende manier weer verbindt met de natuur, ons naoorlogs humanitair en verbindend gedachtegoed, de vrouwenemancipatie die een samenwerking tussen het mannelijke en het vrouwelijke mogelijk maakt, het belang dat we maatschappelijk hechten aan feminiene waarden zoals familiebanden, sociale zekerheid, goede ziekenzorg, gelijkheid, openheid, onze ecologische doelstellingen waar we trots op zijn, onze laiciteit die maakt dat we openstaan voor een heel nieuwe vorm van zingeving…


We snakken naar een inhoudelijke visie, een plan. Iets constructiefs waar we onze kinderen in durven neerzetten.

Op een planeet die rood slaat van de crisissen, snakt niet enkel de jongere generatie naar een diepere zingeving, naar een reden om vol te houden en hoopvol te blijven, naar een gezamenlijk verhaal waarin onze individualiteit en creativiteit een plek krijgt. We snakken naar een inhoudelijke visie, een plan. Dat we niet alleen op papier kunnen neerzetten of verstandelijk staven, maar vooral in ons hart voelen branden. Iets gemeenschappelijks waar we allen naar eigen vermogen in kunnen investeren. Iets constructiefs waar we onze kinderen in durven neerzetten. Iets wat niet links is noch rechts, niet mannelijk noch vrouwelijk, niet back to nature noch gerobotiseerd. Iets wat leven en dood kan dragen. Iets wat integreert in plaats van clasht. Kortom: een of andere nieuwe, inspirerende derde weg vooruit.


(wordt vervolgd)


Het beeld van Eugenia Loli verwijst naar het artikel in Psychologies: lees hier.

90 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page